afb. 2014
Protestant en Katholiek - Land van Cleve - Dit geslacht ontleent zijnen naam aan het goed Bilant onder Pannerden. De geregelde stamreeks vangt aan met Theodoricus dictus de Bylant, miles, 1248-1312. In hoever deze dezelfde is als Theodoricus, die 24 november 1284 vermeld wordt als zoon van Wilhelmus dictus Doys is niet uitgemaakt. Bij Keiz. decr. d.d. 11 februari 1590 van Keizer Rudolf II werd Otto van Bylandt, heer van Reydt verheven tot vrijheer des H. R. Rijks en tot Baron von Reydt. Zijn tak stierf spoedig uit. Bij dip1oma d.d. Cleve 15 oktober 1661 werd Arnold Adriaan van Bylandt, heer van Halt enz. erkend als vrijheer des H. R. Rijks. Bij Keiz., decr. d.d. Laxenburg 19 mei 1673 van Keizer Leopold I werden zijn zoon Johan Sigismund van Bylandt en zijn broeder Roeleman van Bylandt verheven tot graaf des H. R. Rijks. Bij diploma d.d. Weenen 1 november 1865 van Keizer Frans Joseph werd Dr. Ernst Ferdinand Hubert Marcus von Bylandt, heer van Melden, Neukirchen en Reydt bewestigd in zijnen titel van graaf en bij Koninklijk Besluit d.d. 28 maart 1866, n° 38 werd hij ingelijfd in den Ned. Adel met den titel van graaf. Bij org. besluit d.d. 28 augustus l8l4, n° 14 werd Willem Frederik van Bylandt benoemd in de ridderschap van Noordbrabant, 0tto Anne van Bylandt, Otto Willem Hendrik en Frederik Sigismund van Bylandt, in de ridderschap van Gelderland met den titel van graaf op alle. Bij Koninklijk Besluit d.d. 28 maart 1815, n° 65 werd Jan Carel van Bylandt benoemd in de ridderschap van Holland. Bij Koninklijk Besluit d.d. 9 oktober 1816, n°55 werden Otto Anne, Willem Frederik en Jan Carel van Bylandt erkend met den titel van graaf. Bij Koninklijk Besluit d.d. 10 maart 1822, n° 22 werd in het, Koninklijk Besluit van 9 oktober 1816, n° 55 mede begrepen hun broeder Carel Adam van Bylandt. Bij Koninklijk Besluit d.d. 8 september 1819, n° 6 werd bepaald, dat aan Otto Willem Arnold van Bylandt en zijn wettige nakomelingen zal worden gegeven de hem van ouds competeerende titel van graaf. Bij Koninklijk Besluit d.d. 8 februari 1845, n° 63 | 36 |
werden Charles Guillaume Henri van Bylandt, Ernest Emile Adolphe van Bylandt en Jules Auguste van Bylandt gebroeders erkend wettig gesproten te zijn uit het oud riddermatig geslacht van Bylandt en werd daarenboven gehomologeerd de titel van graaf aan hunnen voorvader Roeleman vrijheer van Bylandt door Keizer Leopold I gegeven. Bij Koninklijk Besluit d.d. 11 augustus 1889 werd Peter Clemens Hubert Apollinaris von Bylandt erkend met den titel van graaf op alle. | 37 |
De stamvader is de Geldersche ministeriaal Dirc Doys, vermeld midden 13e eeuw. Zijn kleinzoon noemt zich reeds gezegd van Bylandt, naar hun landgoed bij Pannerden in Cleefsland. Rijksvrijheer door Keizer Rudolf II 1590, Rijksgraaf door Keizer Leopold I 1678 voor den jongsten tak. Bevestiging van dien titel voor twee broeders uit den oudsten tak door Keizer Franz Joseph 1865. Benoemd in de Noord-Brabantsche en Geldersche ridderschappen bij org. besluit van 1814, in de Hollandsche 1815, allen met titel van graaf op alle. Erkend als zulks 1819 en 1845. Ingelijfd als zulks 1866 en erkend 1889 voor den oudsten tak. De famille was | 39 |
tot in de 20e eeuw zeer uitgebreid. De oudste tak hier te lande staat op uitsterven. Eene jongere zijlinie in Pommeren bestaat nog met twee stamhouders. De jongste tak telt nog éénen stamhouder. De alleroudste tak in Duitschland en Oostenrijk is vermoedelijk reeds uitgestorven. | 40 |
Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) 118, 120, 181 (afb. 3.6), 347
Nederland's Adelsboek (1924) 292-304; (1928) 283-296; (1932) 268-280; (1936) 302-315; (1940) 587-609; (1954) 429-445
Nederland's Adelsboek : Historisch gedeelte I (1925) 36-37; II (1930) 37-38
A. van Sasse van Ysselt, 'Noordbrabantsche Van Bylandt's' in: Taxandria (1914) 54-56
J.J. Vürtheim Gzn., 'Van Byland' in: Taxandria (1934) 326-327